Trainen

Loopgroep Sneek traint op de dinsdagavond 19:30-20:45, donderdagochtend 09:00-10:15, donderdagavond 19:30-20:45, zaterdagochtend 09:30-10:45, locatie Zeilsoos-Sneeker Jachthaven. Zondagochtend, clinictrainingen.

Loopgroep IJlst traint op de woensdagavond 19:30-20:45, locatie Sporthal Utherne.

Proeftraining of informatie: rnwths@gmail.com

maandag 5 september 2016

IK LOOP.......... IN DE ALGARVE

Adieu Algarve
Prachtige kusten, steile rotsen, schitterende baaitjes, aangename strandjes, pittoreske stadjes met een veelal historische kern en een landschap dat glooit en getooid met veel, heel veel groen en een grote verscheidenheid aan bloemen. Om de Oceaan kan men niet heen, die is alom aanwezig, soms woest met indrukwekkende golven die stuk slaan op de rotsen en voor een spectaculaire aanblik zorgen, dan weer kalm met een lichte deining. Voeg daarbij het warme en zonnige klimaat en alle ingrediënten voor een plezierige vakantiebestemming zijn aanwezig. Ik heb het over de Algarve. Toch maakt het een verschil waar je 'zit', tenslotte is de gehele zuidkust zo'n 250 km lang. Het westelijk deel is het rustigst en biedt de ruigste kusten, het midden deel is druk, erg toeristisch, gericht op de zonaanbidder en biedt vele mogelijkheden in het uitgaansleven en het oostelijk deel tot aan de Spaans/Portugese grens is weer rustiger en op het oog minder toeristisch. Kortom voor elk wat wils.
Wij waren tot ons genoegen terecht gekomen in het westelijk deel. We hoopten er goed uit de voeten te kunnen met onze e-bikes. Niets bleek minder waar. Fietspaden zijn er nauwelijks, je fietst langs de weg met de Portugese automobilist als mede weggebruiker en dat is geen onverdeeld genoegen. Als je levensmoe bent dan heb je een gerede kans dat je hier vrij vlot de 'eeuwige jachtvelden' kunt opzoeken.


Daarentegen is het op de camping veilig toeven. Je treft er een mengelmoes van belanghebbenden. Er zijn er die er al maanden hun domicilie hebben, niet alleen Nederlanders, maar vooral ook veel Engelsen. De dagen die wij er verbleven hebben zij niet of hooguit even de camping verlaten. Zij hebben het allemaal al gezien, ze komen slechts om van de zon te genieten. Dan het andere uiterste; zij die op zoek zijn naar al weer een nieuwe bestemming en slechts een nacht de tijd hebben. En tenslotte zij die voor een paar dagen de omgeving willen verkennen. Tot die categorie behoren wij.
De eerste groep, die z.g. langkampeerders, die zelden of nooit van de camping komen, hebben alles in de gaten. Iedere nieuwkomer wordt kritisch bekeken en in stilte beoordeeld. Niet zelden geven ze ongevraagd advies; hoe, waar en waarom je op een door jou uitgekozen plaats wel of juist niet moet gaan staan. En waag het niet hun advies in de wind te slaan, je wordt voor de rest van je verblijf volstrekt genegeerd. En heus niet alleen door die ene adviseur, maar ook door een door hem ingeseind aantal mede langkampeerders. Je mag er op hopen dat dat laatste jou overkomt, dan heb je pas echt vakantie.
Indien je wel contact hebt gekregen, omdat je het advies hebt opgevolgd dan ben je definitief de klos. Te pas en te onpas word je opgezadeld met allerlei raadgevingen, zoals waar je de goedkoopste en dus de lekkerste koffie kunt krijgen, waar je op een terras vriendelijk wordt bediend. Waar je beslist niet moet gaan eten en waar wel, want daar is het goed en goedkoop. Ik, wij staan niet te springen om deze informatie. We zoeken liever onze eigen weg, kleunen heus wel eens mis bij de keuze van het een of ander. Ach, dat is de charme van een vakantie en geeft weer stof voor een goed gesprek.


Een mooie rit hebben we met de auto gemaakt naar de uiterste zuidwestkust van Europa. Vanaf de camping door een landschap dat sterk begroeid is met bomen, struiken, oleanders en wilde bloemen naar een landschap dat onder invloed van de westelijke winden, dus vanuit zee, steeds kaler en leger wordt met een begroeiing in de kleuren bruin en geel en niet nader te definiëren. Een toeristische trekpleister van jewelste, die je eigenlijk als je in de buurt bent, niet mag missen. Een adembenemend uitzicht over de Oceaan van een hoogte van zeker een meter of vijftig, steile rotsen en diep beneden in de blijkbaar hoge golven talloze surfers. En tot, in ieder geval mijn afgrijzen, op de rand van de rotsen die werkelijk loodrecht vanuit zee omhoog rijzen, zitten her en der verspreid van die mannetjes dood gemoedereerd met hun benen bungelend over de rand en ook nog voor hun plezier te vissen. Ongelooflijk.
Het is voorts van oudsher een belangrijk strategisch punt. Blijkbaar had men de illusie dat men op deze wijze de 'ingang' naar de Middellandse Zee zou kunnen beheersen. Een burcht of fort kan men het gebouw op de uiterste punt van Portugal met enige fantasie wel noemen. Tegenwoordig is het een geweldige toeristische trekpleister. En daar waar toeristen zijn, kan je eten, drinken en souvenirs kopen.
Dat je er bij een van de marktkramen 'de laatste Bratwurst voor Amerika' kunt kopen is natuurlijk mooi meegenomen. Veel klandizie heb ik er niet waargenomen. Misschien was het te vroeg op de dag.

Tot slot Lagos, een van de oudste plaatsen van de Algarve, met een rijke en misschien ook wel een bedenkelijke historie. De oude binnenstad is zeker de moeite van een bezoek waard. In de 15de eeuw kwamen in Lagos de eerste slaven Europa binnen. De stad is voorts gekoppeld aan Hendrik de Zeevaarder, grondlegger van Portugal als zeevarende natie. Hij stichtte in Sagres een nautisch centrum en liet zowel in Sagres als in Lagos vele zeeschepen bouwen.

Wordt vervolgd

zondag 24 juli 2016

IK LOOP IN.........DE ALGARVE

Langs de rand van ............

We zijn nu echt in het zuiden van Portugal. Met de auto zijn we nog nooit zo zuidelijk in Europa geweest. Denk vooral niet dat we de enige landgenoten hier zijn. Ze zijn er en dat is duidelijk merkbaar.
We zijn hier nu drie dagen en zegge en schrijven heb ik hier een keer een hardloper gezien. Nou is dat ook niet verbazingwekkend als je het goed beschouwt. De toeristen die er zijn zijn overwegend grijs, stram, hebben bolle buiken, houden van zitten op een terras, van drinken en eten en dat doen ze een groot deel van de dag en/of zitten/liggen op het strand, of bij een van de vele zwembaden of op de camping. Eerlijkheidshalve moet ik wel erkennen dat bepaalde activiteiten mij ook wel aanspreken, maar wel alles op zijn tijd. Die toeristen zijn bereid je van alles te vertellen over hun kijk op het leven, op Portugal, op het klimaat, op de camping en over hun eigen vervoer- en kampeermiddel. Natuurlijk is hun caravan, camper, auto de beste.

Algarve
Ik heb geprobeerd bij wat mensen die hier al wat langer zijn en vaker zijn geweest (en die zijn er veel) om wat meer van de omgeving te weten te komen. Maar verder dan wat informatie hoe je met de auto daar en daar kunt komen reikt de kennis over het algemeen niet. Ach, met wat folder en kaart materiaal kan je ook een eind komen. Zo sta ik op de derde dag dat we hier aan de Algarve, of moet ik zeggen in de Algarve zijn, om acht uur vijfenveertig klaar om te voet op pad te gaan. Vriend A is vandaag op de fiets mijn begeleider, of zo je wilt mijn personal coach. De zon schijnt en dat is hier normaal, er is wat wind, ook normaal en de temperatuur is gewoon warm en daarvoor zijn we hier. Maar dat zal je niet verbazen.
Ik ga, wij gaan op weg. De camping uit, rechtsaf een ventweg op evenwijdig aan een belangrijke regionale verkeersader. Na een honderd meter oversteken en dan omhoog een redelijk steile helling van een negen honderd meter om dan af te dalen naar het dorp. Ik loop links in de schaduw, vriend A fietst rechts in de volle zon. Beiden doen we ons best om boven te komen en dat lukt, uiteraard. Hij roept mij toe dat de snelheid ruim boven de 10 km ligt. Ik deel hem mee dat dat op de terugweg lang niet haalbaar meer zal zijn. De afdaling naar het dorp, naar de boulevard en het strand heeft een lengte van iets meer dan een kilometer. Ik loop en A. fietst met de rem er op. Beneden bij de boulevard en het strand aangekomen slaan we af naar rechts. Een smal straatje, winkeltjes, cafeetjes aan beide kanten en daar waar wat ruimte is ook nog een terrasje. De winkeltjes zijn nog dicht, de cafeetjes uiteraard niet. Ik loop, vriend A fietst. We maken elkaar attent op van alles en nog wat; een zwerfkat (?) met een muis in de bek, een loslopende hond, wat kuilen in de weg, een aardig huisje, een paaltje dat in de weg staat, een enorme struik bloeiende bougainville vast gegroeid aan de muur van een woning.

Oeaan, zonsondergang
De bebouwing links houdt op, we krijgen zicht op de Oceaan, de weg verbreedt zich, een auto komt ons tegemoet. De huizen aan de rechterkant worden elke 50 meter groter en luxer, net als de tuinen. Asfalt gaat over in grint en zonder een enkele aankondiging houdt het op. Althans voor auto's is er geen weg meer. Een smal fiets-, wandelpad is het vervolg. Ongeveer vijftig meter lager de Oceaan en rechts wat hoger gelegen nog een enkele villa. Het pad is aanvankelijk goed begaanbaar, maar na een paar honderd meter is het gedaan met de pret. De ondergrond is grillig, veel rotsen, het pad slingert en wordt smal. Soms groeit er nog wat. Kuilen, losse stenen, dan weer een ondergrond die wat zanderig aandoet. Ik moet goed kijken waar ik mijn voeten neer zet. Vriend A fietst niet meer, dat is niet te doen. We hebben afscheid genomen. Ik loop, het wordt een trailrun. De temperatuur is inmiddels behoorlijk opgelopen, het zweet loopt in straaltjes over mijn gezicht. De uitzichten zijn fantastisch. De Oceaan ligt er ogenschijnlijk, vanaf deze hoogte, rimpelloos bij. Ik sta af en toe even stil om de prachtige vergezichten in me op te kunnen nemen, maar ik moet voort. Het pad zou, volgens de folder informatie, mij over een viertal kilometers bij een dorp moeten brengen. Het dorp is niet te zien. Niet echt verwonderlijk of zorgelijk. De kust is grillig en rotsachtig, het pad kan onmogelijk een rechte lijn volgen. Even verderop lijkt een rotsformatie een onneembare veste, maar naarmate ik vorder, blijkt het pad en dus ik er om heen te kunnen. Een kilometer verder, en behoorlijk wat vochtverlies meer, nog steeds geen dorp. Ik lees voor alle zekerheid in gedachten de folder nog eens door en ik kom niet tot een andere conclusie dan dat het dorp bereikbaar zou moeten zijn via een vier kilometer lang wandelpad, sterker nog; ik ben er van overtuigd dat het dit wandelpad moet zijn. Er is n.l. geen ander. Een ander wandelpad is er niet. Daar ben ik zeker van. Dus ........ doorgaan. Op en neer, van links naar rechts, meter na meter. En telkens dat prachtige uitzicht op zee en een zon die zich steeds duidelijker laat voelen en het pad dat moeilijker begaanbaar wordt. De benen laten zich

Zicht op de oceaan
voelen. Het vochtverlies is fors; dorst. Ik kijk achterom op zoek naar mijn personal coach. Hij is niet te zien. Ik loop door in de hoop dat het dorp binnen afzienbare tijd bereikt kan worden. Niets is echter minder waar. Dorst! Een smalle doorgang, met links een diepe afgrond met een kijkje op de zee. Dan nog geen dorp. Ik kijk op mijn horloge. Het zou er moeten zijn. Niets van dat al te bekennen. Voor mij een steile berg. Het pad slingert in haarspeldbochten omhoog. Ik besluit om terug te gaan. De behoefte aan water, dorst, neemt bezit van mij. De terugweg is altijd anders dan de heenweg. Alleen vanwege de andere invalshoek waaronder je naar de omgeving kijkt. Nu komt daar ook nog het fenomeen dorst bij. Iedere hardloper weet dat de behoefte aan water verlammend werkt. Iedere stap die je doet is een aanslag op je fysieke gesteldheid. De benen willen niet meer, maar niet alleen de benen, het gehele lichaam lijkt wel te blokkeren. De armzwaai doet pijn, het kost meer en meer moeite om niet in elkaar te zakken. Psychisch word je ook behoorlijk op de proef gesteld. De lichamelijke behoefte aan water wordt door het denken, geheel over genomen. En als daar niet binnen afzienbare tijd een oplossing voor komt is het leed niet te overzien. Ik weet dat die oplossing voor mij niet erg ver meer weg kan zijn. Ik loop tenslotte mijn personal coach tegemoet. Zo kan ik nog genieten van de prachtige vergezichten, van de huizen, die wit blinken in de zon, en zo'n eenheid vormen met de helling waartegen ze lijken aangeplakt. Ik verbaas me, bij deze temperatuur en in de wetenschap dat dit geen uitzondering is, tenslotte zijn we in de subtropen, dat de omgeving zo ontzettend groen is. En dan is daar mijn begeleider: water. Gulzig drink ik de bidon bijna leeg. Dat doet goed, maar eigenlijk is het te laat. Als je dorst echt begint te voelen, dan helpt drinken niet meteen. Maar voor het zogenaamde gevoel ben je even je dorst vergeten. We moeten voort en voort gaat het weer. We komen in het dorp, we nemen de helling. Zoals voorspeld in een heel wat trager tempo dan op de heenweg.
Een kwartiertje later zijn we thuis. Vriend A wordt bedankt voor zijn begeleidende taak, voor zijn functie als water drager en natuurlijk voor zijn aanmoediging op die laatste steile helling, die zo verrekte lang duurde. Ik drink water, koel helder water.


Wordt vervolgd

MAASDIJKMARATHON

MaasdijkMarathon, Megen, zondag 12 juni 2016

Uitslagen marathon, Raymond van der Zee 3:33:24

Ramond van de Zee in actie tijdens de MaasdijkMarathon



dinsdag 12 juli 2016

IK LOOP IN........VILA NOVA DE MILFONTES

Over zeven heuvelen, maar dan ergens in Portugal....

Gisteren was het warm, boven de dertig graden. Toen nam ik mij voor om morgen vroeg op pad te gaan. En dat voornemen heb ik uitgevoerd. Nou is vroeg een betrekkelijk begrip. Zeker op een camping. Opstaan, koffie drinken en een borrel drinken vinden op tijden plaats die buiten de vakanties op afgrijzen kunnen rekenen. Dus om 8 uur klaar staan in Loopgroep Sneek tenue is voor het campingleven zonder meer vroeg te noemen.

Vila Nova De Milfontes
We bevinden ons inmiddels aan de kust van de Atlantische Oceaan, om wat preciezer te zijn in de buurt van Vila Nova de Milfontes, halverwege Lissabon en de zuidelijkste punt van Portugal. We zijn hier vanaf Evora naar toe gereden. Een prachtige kust, woest, grillig, met vele rotsen, prachtige kleine baaien met aangename strandjes. Die zandstranden zijn lang niet altijd gemakkelijk toegankelijk. De kust is steil, vaak is het strand slechts via een smal paadje dat slingerend naar beneden loopt te bereiken. Vanaf de camping kan men via een negen honderd meter lange grindweg door een duingebied naar zee. Het duingebied is vrijwel volledig begroeid met de prachtigste bloemen. Ze staan volop in bloei in de kleuren, wit, geel, rood en paars. De overgang tussen het binnenland en het duingebied wordt gevormd door een brede bosrand, bestaand uit dennen, sparren, eucalyptussen en allerhande soorten struiken.

Visserij haven

Ik ga op pad, loop van de Oceaan weg naar de in-, uitgang van de camping. Dat is geen sinecure. De route is duidelijk, maar de hoogte verschillen liegen er niet om. Dus binnen de kortste keren is het hijgen en zweten geblazen. Het kost moeite om de venijnig steile hellinkjes de baas te worden en om de hobbels, bobbels en kuilen in het wegdek te omzeilen. Eenmaal 'buiten' loop ik langs de weg. Het is een doorgaande niet erg brede weg waarover vrij veel verkeer gaat. Ik voel me dan ook niet erg prettig, ondanks dat ik door mijn oranje loopgroep Sneek shirt goed zichtbaar moet zijn. Daar komt nog bij dat ook hier de hoogte verschillen zichtbaar en voelbaar zijn. Gelukkig kan ik na een paar honderd meter via een zandpad het duingebied in. Als het hier onlangs geregend zou hebben dan is er niks van te merken; het zand is rul en dat loopt sowieso al zwaar. Voeg daarbij dat het pad zich in een duingebied bevindt, dan is het voor ons Nederlanders niet moeilijk om te bedenken dat het niet vlak is. In tegendeel het pad gaat op en neer, soms steil, dan weer een lange aanloop naar de top. Hijgend kom ik boven, dender met grote stappen naar beneden om de volgende beproeving aan te gaan. De schoenen lopen vol zand, de zon laat zich voelen, net als mijn benen. Zo worstel ik mij richting zee. Toch is het niet alleen kommer en kwel. Het duingebied is een kleurenspel van bloemen en struikjes. Vogels, ik zie ze nauwelijks, laten zich veelvuldig horen en hoe dichter ik bij de zee kom hoe luider het gebulder van de golven.

Vila Nova De Milfontes, zonsondergang
Af en toe gaan mijn gedachten even naar de vlakte van het Friese land en als vanzelf denk ik dan aan de marathon van het aankomend weekend, de Slachte. Zou ik er bij willen zijn? Ja, natuurlijk, maar niet als hardloper. Meer als betrokken toeschouwer, als bewonderaar van al die deelnemers, als steun en toeverlaat voor hen die het moeilijk hebben. Maar ik ben in Portugal, aan een prachtige, ruige kust. Mooie dorpen, waar de tijd heeft stil gestaan. We zien grote tegenstellingen: armoedig ogende huisjes, klein en oud, tegenover prachtige villa's met verzorgde tuinen, boeren met veel hectaren en moderne machines tegenover boeren die een klein stukje grond met de hand inzaaien en oogsten met ouderwets materiaal. Grote bedrijven, modern, met behoorlijk wat werknemers en eenmansbedrijven vnl bedreven in het ambachtelijke handwerk.
Het platteland oogt soms stil en verlaten met hier en daar wat schapen en/of wat koeien, dan weer heerst er bedrijvigheid. We waren in een visserij haven(tje), waar een kotter uit Urk, Lauwersoog of Harlingen niet binnen zou kunnen komen. Kleine bootjes, blijkbaar zeewaardig genoeg om op de Oceaan uit vissen te gaan, eenvoudig uitgerust met wat netten die vooral op handkracht over boord en ingehaald moeten worden en een paar kisten voor de vangst. Er was er zelfs een visafslag.
Ik heb een mooi zicht op de Oceaan. Met iedere stap kom ik dichterbij, strand kan ik (nog) niet zien. De zee oogt op grote afstand vlak en grauw van kleur. Geen schip te bekennen en een branding kan ik ook nog niet waarnemen. Dat klopt ook wel, want ik loop op hoogte. Als ik verder afdaal, ontwaar ik de eerste tekenen van de branding; een enkele keer zie ik het wit van de golven die zich omkrullen. En nog even verder gelopen is het schouwspel compleet. De golven slaan stuk op enkele rotsen die hoog uitsteken. Het water spat hoog op en wordt helder wit verlicht door het zonlicht. Achter de
rotsen rolt het water langzaam maar zeker het strand op en laat een grillige scheidslijn achter tussen het droge en natte deel van het zand. Ik kan de neiging om stil te blijven staan niet onderdrukken. Het is genieten van een adembenemend schouwspel van de golven die hun Waterloo vinden op de Portugese kust.
Ik moet terug. De weg omhoog bedwing ik aanvankelijk lachend, maar hij is lang en het lachen vergaat me. De helling is soms steil, even later wat minder, maar verrekte lang en dat doet pijn. Als ik boven ben, werp ik een blik om mijn 'horloge', 900 meter lang was die helling en ik ben blij dat ik boven ben en op adem kan komen. Dan zak ik weer af. In de verte zie ik dat ik straks weer omhoog moet. Het leven van een vakantie vierende hardloper gaat niet altijd over rozen. Talloze malen ben ik omhoog en weer omlaag gegaan. Hoewel ik de Zeven heuvelenloop nooit heb gelopen, moet ik daar onwillekeurig aandenken. Wie weet, komt het er nog eens van. De zon begint meedogenloos haar werk te doen. Gelukkig is de eindstreep in zicht. Eenmaal thuis, is er water en een handdoek. De camping lijkt ontwaakt.


Wordt vervolgd

maandag 11 juli 2016

DE SLACHTE 2016

Oosterbierum - Raerd, De Slachte, zaterdag 4 juni 2016.

Een high five van Hans Jan Jasper
Uitslagen Marathon.

Roelof Keuning 4:38:16  Riena van der Gaast 4:58:27  Bert Rienstra 5:15:06  Nelie Jasper 4:36:45

Hans Jan Jasper 3:46:26  Jorrit Bergstra 3:47:37  Yvonne Hiemstra 4:08:57  Jan Siep vd Bos 4:07:16

Marcel Swart 4:32:26  Hessel Dijkstra 4:10:50  Gerke Gerritsma 4:24:04  Siebe Gerritsma   4:51:55

Klaas van Tricht 4:19:37  Peter Yntema 4:23:18  Erik Bouma 2:59:44


woensdag 6 juli 2016

IK LOOP IN .......... ARANJUEZ

Over een wereldstad, fysieke en geestelijke vermoeidheid en voldoening ........

Vijftig kilometer ten zuiden van Madrid ligt Aranjuez, een middelgrote stad. Door ons verkozen, althans de camping, vanwege de gunstige trein verbinding met Spanjes hoofdstad. Het was ons in alle toonaarden afgeraden om zelf met de auto de stad in te gaan, van daar. Nu moet ik wel vaststellen dat we gisteren zonder kleerscheuren ons met auto en caravan en vrij geruisloos, gemakkelijk en veilig, zonder getoeter en/of opgestoken middelvinger van Spaanse en andere weggebruikers, een weg gebaand hebben door het verkeer. Sophia, van onze Tom Tom, was duidelijk, gaf ruim van te voren aan of we straks links of rechts moesten afbuigen en in welke baan we het beste onze weg zouden kunnen vervolgen. We startten op rondweg M50, de buitenste, en kwamen via de M40 als het ware vanzelf op de binnenste ring, de M30, om uiteindelijk onder de een en over de ander na ruim drie kwartier de stad te kunnen verlaten. Neen, dan is Parijs toch wel heel wat anders.

Aranjuez Royal palace
We komen in Aranjuez op de camping aan. Onderweg, een drie honderd kilometer lang, geen Nederlandse camper of caravan gezien. Maar op de camping lijkt het wel of we ergens in ons eigen land zijn en dat er een handjevol buitenlanders voor wat aanvulling zorgt. We doen het er maar mee.
De volgende dag met de trein naar Madrid. Vijftig kilometer verder, negen stops en bijna een uurtje later stappen we midden in het centrum van Madrid uit. En dat voor €16, nee geen enkeltje, maar een retourtje! We mengen ons tussen de vele, vele toeristen, worden lastig gevallen door verkopers van prullaria, aangeklampt door allerlei 'artiesten' die doodstil staand, hangend of liggend hun kunsten vertonen en ons gehoor wordt op de proef gesteld door de vele straatmuzikanten. Dan zijn er de vele bedelaars die ons medelijden proberen aan te wakkeren, een enkeling zwaar gehandicapt, anderen ogenschijnlijk gezond van lijf en leden. De laatsten worden regelmatig en veelvuldig door de ontelbare politiemensen vriendelijk gemaand ergens anders hun heil te gaan zoeken. Taxi's scheuren door de straten, gillende sirenes van politie, brandweer en ambulance maken het beeld van een wereldstad kompleet. Opvallend is, ondanks die ogenschijnlijke chaos, dat overstekende voetgangers, of het Spanjaarden of toeristen zijn, door het voortrazende verkeer worden ontzien. Er wordt voorbeeldig gestopt. Af en toe een fietser en iets vaker een scooter slalommen door het verkeer. We wandelen door het oude centrum, nemen deel aan een bustoer langs de hoogtepunten van de stad, mengen ons tussen de Spanjaarden op een terrasje. Kijken tersluiks om ons heen wat de autochtonen nuttigen en plaatsen onze bestelling bij een vriendelijke ober die ons in gebrekkig Engels, vloeiend Spaans en met vele gebaren duidelijk probeert te maken wat het beste en het lekkerste is en wat we beslist moeten proberen. We volgen zijn raad op en verlaten uiteindelijk tevreden het terrasje om de terugreis te aanvaarden. De tijd vliegt voorbij en de dag ook. Hardlopen kan vermoeiend zijn, maar een dagje in een wereldstad doet daar niet voor onder.

Aranjuez Royal gardens
De volgende morgen, na een douche, ontbijt en koffie neem ik een kloek besluit. Loopkledij en
-schoenen komen te voorschijn. Dan ga ik welgemoed op pad. Ik ben nog geen honderd meter verwijderd van de camping of ik heb al spijt als haren op mijn hoofd. De vermoeidheid van de dag ervoor zit me nog letterlijk en figuurlijk in de benen. Ach, dat gevoel kent toch iedere loper wel. In het begin, de eerste kilometer kost het moeite, maar de hoop dat naarmate je vordert, het lopen gemakkelijker gaat, soms zelfs als vanouds. Dat speelt mij ook door het hoofd. De omgeving is mij volstrekt onbekend en ik zou daar aan toe willen geheel vreemd. Vanuit de camping kan ik niet anders dan een kleine 200 meter een kant op om vervolgens of links- of rechtsaf te slaan. Nu leidt de weg links naar de stad, niet erg aantrekkelijk. Dus maar rechtsaf. Nauwelijks op de ingeslagen weg word ik overvallen door een gevoel van moedeloosheid. Het zijn nu niet de benen die niet soepel mee willen doen, maar recht vooruit kijkend zie ik een kaarsrechte weg waar geen eind aan lijkt te komen. Ook de geest laat het afweten. Ik overweeg om te keren, terug naar de veilige haven die camping heet. Maar dat wordt me toch wel wat al te gortig. Zowel links als rechts staan langs de weg om de tien meter prachtige bomen, platanen. Zij brengen schaduw en dat is welkom. Achter de bomen liggen akkers. Verder is er niks dat voor enige afleiding kan zorgen. Ik tel de bomen om de gedachten wat te verzetten, maar binnen de kortste keren ben ik de tel kwijt. Ik probeer het met tempo wisselingen. Ook dat helpt weinig of niets om de 'ellende' te verzachten, dan wel te overwinnen. Ik denk aan de caravan, waar het goed toeven is met een boek en een kop koffie. Twijfel. Ik loop door. Dan ontwaar ik heel in de verte een lotgenoot. Misschien kan die me helpen. Ik kijk of ik de afstand  tussen hem/haar kan verkleinen. Even lijkt het te lukken. Ik realiseer me dat de wens de vader van de gedachte kan zijn. Als die verre collega na verloop van tijd plotseling is verdwenen wrijf ik mij in de ogen. Een fata morgana? Is het zorgelijk?
Dan verschijnt er plotseling vanuit het niets een heel eind verder een fietser. Ik weet het zeker. Hij/zij komt snel dichterbij. We passeren elkaar groetend. Ik loop nog steeds en door ook. Dan begrijp ik waarom de loper zo plotseling is verdwenen en de fietser uit het niets te voorschijn is gekomen. Er is een pad naar links, smal, feitelijk aan het oog onttrokken door struikgewas.
Ik vind het welletjes en keer terug in de vaste overtuiging dat ik zo vlug mogelijk naar de camping wil. Maar naarmate ik dichterbij kom, slaat de twijfel toe. Heb ik voor die enkele kilometers ploeteren al die moeite gedaan? Nog een honderd meter, dan naar links en dan nog 200 meter............ Zal ik wel, zal ik niet. Ik tel de bomen, bij een oneven aantal tot de afslag naar de camping, ga ik naar 'huis'. Negen, tien ........ Een collega loper dient zich aan, komend vanaf de camping. Hij slaat links af. Mijn besluit staat vast: ik volg hem op eerbiedwaardige afstand. Hij, ik, wij komen bij de rivier. In eens realiseer ik me dat er een loopbrug over de rivier is. Terwijl hij voor mij uit en recht door loopt, neem ik de brug. Aan de andere zijde ontvouwt zich een park. Naar later blijkt een groot park met vele lanen en paden die kris kras perken met bloemen, grote rechthoeken met fruitbomen, grasvelden, percelen met struiken doorsnijden. Blijkbaar is de omgeving een bron van inspiratie voor mij. Ik voel geen pijn, de afwisseling in de omgeving werkt louterend. Ik knoop er zo maar een paar kilometers in een goed humeur aan vast. Op weg naar huis stel ik tevreden vast dat het lopen voldoening schenkt.

Wordt vervolgd


4 MIJL SNEEK

4 Mijl Sneek, zondag 29 mei, 2016.

Het was weer gezellig druk op het Grootzand
Uitslagen, afstand 4 mijl: Mark Smit 23:22  Dennis Smit 24:40  Johan Adema 28:02  Jelmer Krikke

29:25  Martin vd Zee 30:41  Johan Hoogland 32:24  Katinka Gerritsma 32:53  Anita Bijker 32:56

Albert Jan van Houten 34:08  Marijke vd Meer 34:22  Wietske Keulen 35:57  Guus Pieksma 37:19

Marcel Bakker 37:22  Joke Muizelaar  37:23  Annet Valentijn 37:49  Judith Veldhuizen 38:05

Jerry Hoomans 38:35  Titia Brouwer 39:06  Larissa Hoogstra 39:36  Nynke Hoomans 39:48

Ciska Kuiper 40:28  Tialda Brouwer 40:29  Marjolein Jellema 44:42  Silvia Meeuwsen 46:03

Geeske Cnossen 47:37

woensdag 29 juni 2016

IK LOOP IN...........BURGOS

Een werelderfgoed en een park

We zijn inmiddels in Burgos aan gekomen. Een stad ten zuiden van Bilbao, land inwaarts en vooral bekend van een bijzondere kathedraal, vallend onder het 'Werelderfgoed'. We hadden ons er geen enkele voorstelling van gemaakt. Vanaf de camping fietsen we via een prachtige fietsroute in een kleine twintigtal minuten naar het centrum van de stad. Van verre steken de torens van de kathedraal in Gotische stijl boven de vele gebouwen uit. Eenmaal daar aangekomen vallen we van de ene

Burgos
verbazing in de andere; de grootte, de bijzondere vormgeving, de architectuur. Het is in een woord verbazingwekkend. Binnen schieten woorden te kort om deze bijzondere kathedraal te beschrijven. In het begin van de dertiende eeuw begon men met de bouw en in diezelfde eeuw was het grootste deel van de kathedraal voltooid. In de latere jaren/eeuwen is er het nodige bij- en verbouwd, maar dat is voor de leek niet direct waarneembaar. We krijgen veel informatie over de verschillende fasen van de bouw, over de 'architecten', over de monniken die er verbleven, over de vele bisschoppen die hun invloed hebben laten gelden en over de kunstenaars van de prachtigste beeldhouwwerken, schilderijen en bijbelse voorstellingen, vaak in reliëf, die in elke ruimte waar we binnen gaan zijn te bewonderen. Na ruim 2 uren zijn we verzadigd en 'vluchten' we naar buiten, naar de zon, naar een terras voor een versnapering en daar hebben we het er nog even over.
De stad zelf bekoort niet, maar dat kan natuurlijk aan ons liggen. De omgeving des te meer, dat parkachtige landschap, met z'n vele wandel- en fietspaden.

Bijzondere kathedraal
Vandaar dat ik de loopschoenen de volgende dag maar weer te voorschijn heb gehaald. Ik heb er zin in om de vele indrukken van de dag er voor te kunnen verwerken. Het is rustig als ik op pad ga; de meeste gordijnen van de campers en caravans zijn nog dicht. Het is overduidelijk vakantie voor de overwegend grijze lotgenoten. Dat ondanks het gegeven dat bijna alle caravans en campers voorzien zijn van fietsen. Ik loop in een gezapig tempo naar de uitgang van de camping, sla rechtsaf het park in op weg naar de rivier. Ik ben niet de enige; het is al een drukte van belang met vooral wandelaars en hardlopers.
Vandaag heb ik besloten om een wat hoger tempo aan te houden dan de afgelopen keren. Dat lukt me aardig. Ik groet links en rechts collega hardlopers met een buenos dias. Gezien hun reactie zeg ik niks verkeerds. Ik loop vnl in de schaduw en dat is prettig, want ondanks het 'vroege' uur is de warmte vandaag al voelbaar. De schaduw wordt veroorzaakt door vooral populieren en platanen. Het lopen gaat goed, mijn humeur stijgt. Aan de rand van de stad gekomen besluit ik om nog niet om te keren. Ik daal af naar de bedding van de rivier. Je moet je dat als volgt voorstellen. Het wandel- en fietspad langs de rivier ligt zeker 2 meter hoger dan het waterniveau. De rivier zelf is niet breder dan een meter of 3 à 4. De gehele bedding is 30 meter minimaal breed, er loopt een smal en slingerend paadje evenwijdig aan de waterstroom. Tussen de bedding en de fiets- en wandelpaden is een muur gebouwd. Daarin zitten uitsparingen om bij het water te komen.
Ik loop over het smalle paadje, soms een voet breed, maar meestal ietsje ruimer om de voeten neer te zetten, vol kuilen en bezaaid met stenen. Het is dus goed opletten geblazen en dat ik nu wat langzamer moet gaan lopen om geen verstuikte enkel, of erger nog op te lopen, komt me goed uit. Het is heftig, maar leuk. Hier en daar vissers in waadpakken en gewapend met een hengel op 'zoek' naar forellen. Een man laat zijn hond uit. Ik loop onder een drietal bruggen door. Onder de laatste ontwaar ik wat karton, een boodschappenkarretje van een supermarkt, wat vodden en wat ooit een deken is geweest. Waarschijnlijk de thuishaven van een dakloze. Dan wordt het tijd terug te gaan.  Dezelfde weg terug, maar dat is niet saai. Tenslotte loop ik hier voor het eerst.
Eenmaal terug op de camping stel ik tevreden vast dat het iedere keer dat ik loop weer wat beter, wat gemakkelijker gaat.


Wordt vervolgd

maandag 27 juni 2016

BOERENLOOP, ABBEGA

Boerenloop Abbega, zaterdag 28 mei, 2016

Uitslagen, 5km Sietske Yska 27:30 10km Henk Groen 56:17  Hinke Osinga 1:05:16

Henk, Hinke en Sietske vlak voor de start

LOOP LEEUWARDEN 2016

Start en finishlocatie op het zaailand, een groot hardloopfeest
Als afsluiting van de voorjaar clinic met alle Loopgroepen naar Loop Leeuwarden. Vanwege het 10 jarig jubileum een nieuwe start en finishlocatie. Dit jaar weer een grote deelname van onze Loopgroepen met voor elke afstand een warming up. Weer een zeer geslaagd hardloopfeest!

dinsdag 14 juni 2016

IK LOOP IN..........SAINT DE LUZ

..........Saint Jean-de-Luz en ............
Het lopen is er weer bij gebleven. Als we om een uur of drie, vier op een camping aan komen en de volgende morgen om een uur of negen vertrekken, blijft er weinig tijd over voor het lopen. Een boek lezen, de inwendige mens verzorgen, sociaal gedrag vertonen, het kost allemaal zeeën van tijd.
St.Jean-de-Luz, de omgeving nodigt uit voor een verblijf van een paar dagen. Nu geen smoes meer om niet te gaan lopen. Of toch.......? De aankomst is veelbelovend. De zon schijnt, de temperatuur nodigt uit tot buiten zitten. De camping ligt op nog geen vijftig meter van zee. De kust is rotsachtig, met hier en daar een klein stukje strand. Nergens is het vlak. Het fiets- en wandelpad loopt langs de kust en kent, zowel de ene als de andere kant op, hoge bergen en diepe dalen. Ik bereid me voor onder het genot van een goed glas op de dag van morgen.

Saint de Luz
Het regent 's nachts en het waait, ik word er wakker van. 's Morgens regent en waait het nog, ik heb een alibi. In de loop van de dag klaart het weer op en de verwachting is dat het morgen een mooie dag zal worden. Dus ........... Ik deel al vast mee dat ik morgen zal gaan lopen met de bedoeling dat mijn 'omgeving' mij zal herinneren aan mijn voornemen.
Daar hoef ik ook geen enkele illusie over te hebben. Als ik mij in alle vroegte na een verkwikkende douche mijn kleding bij elkaar pak voor een gewone dag, word ik er aan herinnerd dat ik toch zou lopen? Ik rek het ontbijt door een extra stuk stok brood en nog een kop thee. Als ik wil helpen afwassen ...... 'ga nou maar!' Zonder gezichtsverlies is er geen ontkomen meer aan. Ik ga......

Camping aan zee
Ik wandel een klein stukje over de camping. Veel leven is er nog niet. Het is niet koud, de zon schijnt en het waait niet hard. Joggend verlaat ik de camping. Rechtsaf, vals plat. Helaas voor even. Dan steil, maar dan ook echt steil om hoog. Binnen de kortste keren heb ik mijn maximale hartslag bereikt. De benen dreigen vol te lopen. Ik werp een blik naar links. De Golf van Biskaje ligt er prachtig bij. Bijna boven buigt mijn pad ietwat naar rechts. Het mooie uitzicht wordt mij ontnomen door een huis, bomen, struiken en een nog hogere rotspartij. Dan kan ik op adem komen, het is wat minder steil. Ik loop over een smal asfalt weggetje. Nauwelijks honderd meter verder zie ik een pad links van de weg. Zal ik wel, zal ik niet..... Ik ga. Omhoog en steil, het is oppassen geblazen. Het is smal en uitgesleten door regenwater, veel losse stenen, kuilen en gaten. Struik begroeiing links en rechts. Ik stijg snel, dat zegt iets over de helling, laat dat duidelijk zijn en niets over mijn snelheid. Het pad naar de Vuurtoren op Vlieland is er kinderspel bij! 'Boven' heb ik heel even het zicht op de Oceaan. Het is jammer dat de struiken die dicht opeen groeien elk verder uitzicht belemmeren. Ben je met veel gehijg, gesteun en gekreun boven aangekomen en heb je de hoop dat je heel even een vlak stukje treft om op adem te komen, dan moet ik je teleurstellen. Je mag/moet weer om laag en even later weer omhoog. Dit ritme van hoog naar laag, en weer omhoog herhaalt zich vele, vele malen. Een enkele keer, vaker dan mij lief is, hebben de architecten van dit pad, een trap laten uithakken in de rotsachtige bodem om de hellingshoek wat te verbloemen. Ik tel de treden; de meeste hebben er twintig of meer. In het begin neem ik ze lachend, maar bij de zoveelste vergaat het lachen mij. Het kost moeite en dat is een eufemisme voor pijn lijden. Het is en blijft vrije wil. Niet klagen, maar dragen. Dat wordt me vaak aan m'n verstand gepeuterd als ik 'thuis' hijgend, bezweet en niet in staat tot wat dan ook neerzijg op stoel of bank. Ondanks dat het zwaar is, dat het pijn doet, dat als-een-berg-er-tegen-op-zien, geeft het veel voldoening. Zo zwoeg ik meter na meter voort. Ik geniet van het onverwachte. Ik loop omhoog, de blik op het pad gericht om niet te vallen, een enkel te verzwikken of erger nog. boven gekomen af en toe een prachtig uitzicht op de Oceaan. Naar beneden, de blik strak op het paadje, de rem erop, want anders kom je zonder moeite, maar met blauwe plekken,

Kinderspel
schrammen vallend ergens tot stilstand. Ik voel de benen steeds heftiger, het zweet gutst, de ademhaling kan niet sneller. Dan, tot mijn opluchting overzie ik een groot deel van de nog af te leggen route. Ver beneden mij een baai met een klein strandje, een klein bootje op de kop, golven slaan kapot op de rotsen die de baai omzomen. Ik besluit dat daar mijn keerpunt ligt. Opgewekt 'stort' ik mij naar beneden. Eenmaal beneden kom ik even op adem, ploeter wat in het zand rond en draai me om. De schrik slaat me om het hart als ik me realiseer dat ik daar weer omhoog moet. Maar er is geen alternatief. Een diepe zucht en gaan.
Ik zal niet beweren dat de terugweg een en al ellende was, nee zeker niet. Het was ook geen makkie. Ik heb niet hoeven wandelen, ik heb niet stil gestaan om op adem te komen, ik heb niet gedacht was het maar voorbij. Eenmaal aan de 'finish' ben ik niet bij de pakken neer gaan zitten, ik kwam zelfs vrij snel weer op adem en ook nog zonder infuus. Al met al toch maar mooi weer een negental kilometers in de benen, zonder nadelige gevolgen!

We houden het gezien in St. Jean-de-Luz. Bilbao staat nog op het programma. We vertrekken met prachtig weer, het is warm, drukkend warm zelfs als we om een uur of negen vertrekken. Eerst op zoek naar de snelweg om Frankrijk uit te komen. We kronkelen door nauwe straatjes met links en rechts auto's geparkeerd. Het asfalt is hier en daar niet meer aanwezig en de boomwortels hebben hun werk gedaan. Overal hobbels, bobbels en kuilen. Maar eenmaal op de Peage, de snelweg, naar Bilbao, is het leed snel geleden. Het weer betrekt, de temperatuur daalt naar een bedenkelijk niveau. De route biedt prachtige vergezichten over de Golf van Biskaje. Was het toen we vertrokken nog vrijwel windstil, een uurtje later is daar geen sprake meer van. Windkracht 5 tot 6 schat ik in aan het gedrag van de caravan te merken. Het is niet erg druk onderweg en met een gemiddelde van een kilometer of 70 bereiken we zonder problemen een plaatsje even voorbij Bilbao. Om bij de camping te komen draaien we van de weg af. Even later een scherpe bocht naar rechts en dan een zeer steil weggetje, waarbij ik vol in de remmen en met ingehouden adem besef dat er geen weg meer terug is. Zonder kleerscheuren komen we heelhuids beneden. De ontvangst op de camping is aller vriendelijkst. De ligging van de camping t.o.v. Bilbao, de stad die we willen bezoeken vanwege het Guggenheim museum, werd ons aangeraden: een prima busverbinding brengt je in een half uur op de plaats waar we moeten zijn.
Het weer verandert snel die middag. Het waait steeds harder en het begint uiteindelijk te regenen. De temperatuur bereikt de 14 graden niet,.

Guggenheim in Bilbao
De volgende morgen regent het nog steeds. In feite een ideale dag om een museum te bezoeken.
De busreis verloopt op zich spoedig. Maar voor we in de bus plaats kunnen nemen duurt het langer dan via de dienstregeling werd aangekondigd. 'Slechts' drie kwartier later dan 'beloofd' konden we instappen. Onder het motto: een kniesoor die daar moeilijk over gaat doen is het gemak van laat-je-rijden niet waard. Eenmaal in de stad Bilbao nemen we de tram, althans.....
We moeten wel een ticket uit een automaat halen. We staan te kijken, we lezen het in het Spaans en in het Baskisch, we snappen het niet helemaal, maar misschien ook wel helemaal niet. Een hulpvaardige Spanjaard biedt ons zijn diensten aan. Hij spreekt geen Engels, noch Frans, noch Duits en wij geen Spaans. We geven ons over. Het is hem duidelijk te maken dat we met de tram willen naar het Guggenheim. Helaas lukt het de goede man niet na eindeloos gehannes, met de automaat, ons aan een ticket te helpen. De tram stopt, hij 'duwt' ons de tram in en gebaart dat hij  het met de bestuurder wel zal regelen. Hij regelt het zo dat we gratis onze reis kunnen voortzetten. Wanneer hij even later uitstapt bedanken wij hem in alle toonaarden tot vermaak van alle andere passagiers. Wij reizen illegaal verder tot we bij de halte Guggenheim zijn. Daar vallen we van de ene verbazing in de andere, de schoonheid, de vormgeving, het gebruik van de materialen doen ons versteld doen staan. We zijn diep onder de indruk en wij heus niet alleen. Ook binnen staan we vol bewondering te kijken naar de constructie van het gebouw, ook daar zijn we verbaasd over de vormgeving van de ruimtes. Niets detoneert. De tentoonstelling zelf, van de moderne kunst, kost ons moeite. We doen ons best, maar komen tot de conclusie dat we niets in huis, in de tuin of waar dan ook zouden willen hebben, als we dat ooit zouden kunnen betalen. Wel worden verrast door vorm en kleur, maar we kunnen krijgen er geen grip op grijpen. Ik krijg de indruk dat we niet de enigen zijn, maar er zijn ook veel bezoekers die van goedkeurende kennersblikken blijk geven.
We aanvaarden de terugreis. De tram betalen we zonder problemen en zonder hulp, de bus laat niet op zich wachten en eenmaal op de camping hebben we het er nog eens over onder het genot van een goed glas.


Wordt vervolgd 

maandag 13 juni 2016

PIER LUPKESLOOP

Tjerkgaast, Pier Lupkesloop, zaterdag 21 mei 2016

Uitslagen 5km, Jetske de Wolff 30:45, Alice Nagelhout 33:16


vrijdag 10 juni 2016

IK LOOP IN........ZEEUWS VLAANDEREN

Van Sneek naar.....
Toen wij uit Sneek vertrokken ............ was het warm. Op weg naar het zuiden. Onderweg schommelt de temperatuur tussen de 22 en 28 graden. Uitzonderlijk voor de tijd van het jaar in Nederland. 'Straks', in zuiden van Europa heel normaal, maar dat is nog ver weg. Eerst naar Zeeland, naar Zeeuws-Vlaanderen om wat nauwkeuriger te zijn. Daar ontmoeten we vrienden, waarmee  verder zullen trekken.

Breskens
De camping ligt midden in het 'boerenland', kleinschalig en enigszins beschut. We gebruiken de eerste stop om in de juiste stemming te komen op onze tocht door Frankrijk, Portugal en Spanje. Aan het weer zal het niet liggen en daarom aan het Zeeuwse landschap ook niet. We fietsen wat
af. Van Breskens tot Cadzand en vanaf de kust naar de Belgische grens en even er over! Prachtige plaatsen bezocht met een rijke historie als Groede, waar Jacob Cats de scepter zwaaide, Sluis, Aardenburg, Oostburg en natuurlijk Eede waar koningin Wilhelmina in '45 voet op Nederlandse bodem zette na haar 'gedwongen' verblijf in Engeland gedurende de Tweede Wereld oorlog. Jacob Cats, de 17de eeuwse volksdichter, naamgever van het Catshuis, de residentie van onze minister president. Als Vader Cats stond en staat hij vooral bekend vanwege zijn overwegend didactisch en opvoedkundig getinte gedichten/gezegden, zoals 'Als de wijn gaat in de man, leyt de wysheyt in de kan' en 'Al draeght den aep een gouden ringh, soo is  het toch een leelick dingh'. Erg belangrijk is hij geweest voor de inpoldering, in het begin van de 17de eeuw, van een groot deel van Zeeuws Vlaanderen.

Oostburg
De loopschoenen heb ik niet voor niks meegenomen. Na een viertal weken noodgedwongen rust ga ik maar weer eens op pad. Ik zie er tegen op, het zal wel moeizaam gaan. Het plan is 2, misschien 3 minuten in een rustig tempo, vervolgens een tweetal minuten wandelen. En dat ga ik dan een aantal malen herhalen, onder het motto ik zie wel waar het schip strandt. De zon schijnt en er is niet veel wind. De bermen kleuren wit van de wilde margrieten en geel van de boterbloemen. De akkers zijn geploegd en wachtend op wat komend gaat, of voorzien van een groen gewas, zo'n dertig centimeter hoog, hetgeen na inspectie tarwe blijkt te zijn. Overal bossages, wit oplichtend van de bloeiende meidoorn. Een enkele kieviet scheert over de akker, een grutto schreeuwt het hoog in de lucht uit van vreugde en daar waar een sloot het landschap doorsnijdt wemelt het van eenden en ganzen.
 Het lopen gaat niet vanzelf, maar de aanblik van het voorjaar schenkt de burger moed. Zo vorder ik gestaag en geniet ik van de omgeving. Allengs kom ik tot de ontdekking dat de conditie niet helemaal is verdwenen. De drie minuten lopen worden er vijf en het wandelen wordt joggen. Toch is voorzichtigheid geboden, wordt men overmoedig dan komt hoogmoed voor de val. Het weggetje waarover ik mijn 'luiheid' tracht te verdrijven wordt aan beide zijden omzoomd door populieren die op gerede afstand van elkaar de eenvoud van het landschap accentueren. Voor mij, in deze hoedanigheid, een uitgelezen mogelijkheid om d.m.v. het vaartspel een dreigende martelgang af te wenden. Zo vorder ik al tellend afwisselend tien bomen joggend en tien bomen hardlopend in een steeds beter humeur mijn missie in de hoop om weer vreugdevol over een week of wat vrolijk fluitend de tien kilometer of meer te volbrengen. Als ik bezweet en wel op de camping ben weergekeerd kijk ik voldaan terug op deze eerste hersteltraining.

Een tweetal dagen later ga ik weer op pad. Ik stel mij voor dat ik mee loop in de zondags clinic. Dus rustig lopen in zone 2. De eerste honderd meter verwens ik de vorige gezellige dag. Het was prachtig weer, een extra glaasje wijn, een goed gesprek en een aangenaam gezelschap zijn daar debet aan. Geen gezeur, niet klagen, niet zeiken, maar lopen zal ik. De omgeving doet wonderen en het lopen gaat weer als vanzelf. De ronde die ik in gedachten had van een kleine tien kilometer volbreng ik zonder al te veel moeite. 'Thuis' gekomen overvalt me dat zeldzame voldane gevoel van wat iedere hardloper wel kent. Ik ben er weer, althans........?

De temperatuur daalde, maar ons humeur (nog) niet! Het zuiden lonkt, want wie denkt nou niet dat het daar altijd warmer is? België slaan we over, want daar zal het wel niet veel beter zijn. Dus op naar Frankrijk. We vangen een glimp op van Calais. Langs de snelweg zijn de parkeerplaatsen afgesloten. Hier en daar treffen we groepen gendarmerie. Van vluchtelingen merken we weinig. Van vrachtauto's des te meer. De camping in de buurt van Rouen bevalt ons matig, de temperatuur  ook. Dus na een nacht houden we het voor gezien. Van Pinksteren hebben we weinig gemerkt. We trekken verder zuidwaarts. We overnachten in de buurt van Le Mans en vernemen daar (over toeval gesproken) via internet dat Jos Verstappen in Barcelona het onmogelijke heeft waargemaakt. We worden er warm van. Helaas maar voor even, want de buitentemperatuur laat nog veel te wensen. Dus na een koude nacht maar weer verder.

De wijngaarden van Bordeaux, een walhalla voor wijnliefhebbers
We slaan vervolgens ons kampement op een 70 tal kilometers ten noorden van Bordeaux. De camping ligt te midden van wijngaarden in een licht glooiend landschap en een aardig eind verwijderd van de bewoonde wereld. De weg er naar toe is smal en voor het laatst, zeker meer dan vijftig jaar terug, van een verharding voorzien. Hier en daar een verlaten en vervallen boerderijtje, geen mens te bekennen. Ook bij de boerenbedrijfjes die nog in goede staat zijn treffen we weinig leven. Als we de camping opdraaien zijn we verbaasd over de hoeveelheid campers en caravans, vnl landgenoten en een enkele Engelsman. Hoe hebben ze het gevonden? De temperatuur is wat opgelopen, maar echt warm is het nog steeds niet. De wijn smaakt desalniettemin uitstekend, maar dat is voor ons geen reden hier langer dan een nacht te vertoeven. We 'moeten' verder. Het wordt St. Jean-de-Luz, nog net Frans Baskenland een een tiental kilometers van de Spaanse grens.

Wordt vervolgd.

dinsdag 24 mei 2016

CLINICS VOORJAAR 2016

CLINICS VOORJAAR 2016 IN TEKEN VAN LOOP LEEUWARDEN EN DE SLACHTE.

Op de avond voor Loop Leeuwarden komt de inspiratie naar boven om iets te schrijven over het wel en wee van de clinics van onze loopgroep die we dit voorjaar hebben meegemaakt. Als iets aparts kwam er een opmerking van Facebook naar voren: “Een vreugdesprong voor…, respect daarvoor. Ook kwam het aan het licht dat er op sommige trainingsdagen sprake was van “haantje de voorste” en dan nog de oudere energie, 70 jaar en zo lopen, petje af.

De eerste clinictraining vanaf Pasveer
Dit jaar de uitdaging om eens een hele marathon te lopen die maar 1x per 4 jaar gehouden wordt, kortom de Slachte. Uiteraard stelde Loopgroep Sneek de lopers middels clinics in de gelegenheid om er naar toe te trainen in goed gezelschap en met goede begeleiding. De jubileum versie van Loop Leeuwarden wordt aan de trainingen toegevoegd en samen traint men het traject om daar de halve marathon en de 10 km te lopen. De Zoladz testen werden georganiseerd en waren zo de basis voor de deelnemers om te kunnen lopen in de juiste hartslag zone.

Elke week weer een schitterende route!
Op 21 februari starten we de 1e keer in slecht weer vanaf het parkeerterrein uit de wijk Paasveer. Zoals altijd mocht het de pret niet drukken en we gingen los, routes van 6, 11, 14 en 18 km zijn uitgezet. Langzaam aan werden de afstanden langer en wisselen de startplaatsen. Op zondag 10 april stond Nijland in de herkansing omdat het in de vorige clinics enigszins fout ging, nu lukte het wel om niet te verdwalen. De klassieker naar Workum ontbrak ook deze serie niet in het programma, een schoolreisje met de loopgroep. De lopers raken steeds beter in vorm echter er waren er ook wel pijntjes die even een rustpauze noodzakelijk maakten. Een enkele keer werden er hulptroepen ingeschakeld om een gestrande loper op te halen. Variatie in de opbouw zorgde voor de juiste opbouw van het schema en het beste resultaat. Hier en daar liep men precies in de juiste hartslag zone maar er

Plezier in is de basis!
waren ook lopers die zich daar niets van aantrokken. Aan het einde van de serie zag ook de laatste “nog niet op hartslag lopende loper” het licht en gooide de rem erop. De langste afstand voor 42 km groep werd door een paar lopers op andere dagen gelopen. Waar de ene op vrijdag vroeg in de morgen vertrok en goed thuis kwam strandde de andere door uitdroging en moest zich even medisch laten verzorgen. Ook op kortere afstanden werd keurig gelopen en was de sfeer goed. Aan fietsers geen gebrek men werd op elke route goed verzorgd. Vaste koppeltjes werden gemaakt en men hielp elkaar zo de moeilijke momenten door.

Diep respect!
Diep respect voor de deelnemers van de 42 km groep, het lijkt mij niet gemakkelijk om zo vaak te trainen, ook voor het gezin is dat een opgave. Weer trainen, anders eten, op tijd slapen, minder sociaal enz. Mindful run quotes liet weer mooie kreten zien op Facebook, ik denk dat deze wel passend is voor deze groep: “Heb geduld. Sommige dingen kosten tijd”.
De reis naar het ultieme doel was weer mooi en de eindbestemming zal zeker gehaald worden. Of je nu een korte af lange afstand loopt en elke keer is het weer een feestje met Loopgroep Sneek / IJlst.


De Olympiër. 

PARODIALOOP TJERKWERD

Parodialoop, Tjerkwerd, zondag 1 mei.

Uitslagen: 7.6 km, Sietske Yska 43:25

Kopgroep Parodialoop

HOORA FIT EN FRIJ RUN

Hoora Fit  Frij Run, zaterdag 30 april.

Uitslagen: 4 em, Erik Bouma 23:04, Symkje Feenstra 37:32, Judith Veldhuizen 38:55, Anneke vd Sloot 41:40, Geeske Cnossen 49:40 10 em, Siebe Gerritsma 1:26:56

Geeske Cnossen in actie tijdens de Hoora Fit en Frij Run (foto Jolanda Siemonsma)

VUURTORENLOOP SPRINT

Vuurtorenloop, Vlieland, zondag 24 mei.

Uitslagen Vuurtorenloop sprint: 420 mtr. 31 Hans Jan Jasper, 71 Hessel Dijkstra 2:28, 82 Yvonne Hiemstra 2:30, 129 Alex de Block 2:41, 161 Gerke Gerritsma 2:46

Nelie en Yvonne in de afdaling


VUURTORENLOOP VLIELAND

Vuurtorenloop,Vlieland, zondag 24 april

Uitslagen: 5 zm: Sjouke Miedema, Margriet Sloterdijk 58:37, Alex de Block 50:12, Albert Rameau 59:44, Meta Gerritsma 1:11:43, Jelte vd Berg 52:27, Ciska Kuiper 1:00:37
10 zm: Hans Jan Jasper 1:25:05, Grietsje Valkema 1:42:13, Richtsje Samplonius 1:50:09, Yvonne Hiemstra 1:40:02, Hessel Dijkstra 1:33:21, Johan Adema, 1:43:33, Roelof Keuning 1:41:41, Gerke Gerritsma 1:35:35, Nelie Jasper 1:40:02, Marcel Swart 1:48:24, IJsbrand Valkema 1:45:25


vrijdag 6 mei 2016

START TO RUN VOORJAAR 2016

Ongeveer 40 deelnemers hadden zich aangemeld voor de voorjaarsreeks van Start To Run bij de leukste Loopgroep van Sneek.

De voorbereidingen voor de trainers werden al op 12 februari gedaan bij een bijeenkomst van alle trainers va de Start To Run groepen. Op Papendal werden 3 workshops bezocht om kennis op te doen en ervaringen te delen. Leuk om andere trainers te spreken en inspiratie op te doen van deskundige sprekers.


Dit voorjaar werd gekozen om een paar weken van tevoren de mensen in de gelegenheid te stellen om een proeftraining mee te maken. Doel was om kennis te maken met de loopsport middels een korte training. Na afloop waren er veel die niet meer twijfelden en gaven zich op voor de voorjaars reeks.
Op zaterdag 5 maart was de eerste les, uitleg hoe e.e.a. werkt en er achter komen dat je niet alleen bent als deelnemer. Weer leuk om te horen wat de motivatie is van deze groep. Elke les een stukje theorie en dan de warming-up en loopscholing. De opbouw van de kern is weer gelijk als de andere jaren en werkt uitstekend. Ook deze keer weer een paar uitvallers door blessures en drukte thuis. Na een paar lessen merk je dat men het huiswerk goed oppakt, ze zien dat het niet werkt als je alleen maar de zaterdag training doet. Rustig aan werken we toe naar de testloop op 16 april. Nog steeds enige twijfel bij de deelnemers, ”haal ik het wel”, “komt het wel goed”. Natuurlijk kwam het goed, dat hadden we al aangegeven in het begin en elke keer verbaasd men zichzelf. Helaas was niet iedereen in de gelegenheid om de test op deze morgen te lopen. Eentje * had ’s morgens vroeg (iets meer dan  3km ) gelopen i.v.m. afspraken later op de dag.
De ontwikkeling van de deelnemers is groot geweest gedurende deze 7 weken, door de juiste aanwijzingen ging het steeds beter. Leuke groep waar we van hopen dat men de loopsport blijft beoefenen bij onze loopgroep.



Hieronder kort de tijden welke deze keer gelopen zijn:
Reinder
15.50
Ivanna
20.32
Hanna
21.20
Ate
18.38
Bettina
21.02
Anjo
21.34
Nynke
18.52
Sietske
21.05
Bertina
21.39
Jerry
18.58
Tjistke W
21.06
Marjan
21.43
IJbelina
19.28
Janet
21.11
Wietske
22.07
Anneke
20.01
Esther
21.14
Ineke
22.13
Renate
20.22
Emma
21.15
Henrita
22.30
Jolanda
20.22
Berber
21.15
Ivy *
26.29
Tjitske
20.22







Durk

dinsdag 26 april 2016

IK LIEP DE ADVENTURE RUN

Ameland. Ruim voor de start. Aan de koffie in de sporthal te Nes. Mijmeren over wat me te wachten staat: de start, stukje door het dorp, buiten om naar het bos. Het zal wel weer modderig zijn, als zo vaak. Daarna het strand. Saai. Tot overmaat van ramp ook nog eraf. Zwaar. Duin op, duin af. Lastig. Opnieuw over het strand. Stukje duinen om op adem te komen. Vervolgens de polder. Eenzaam. De Waddendijk. Wind tegen. Het dorp Buren. Feest, niet voor ons. Nog twee kilometer. Door bijten. Tenslotte de finish . Opluchting.

Adventure Run, 5, 10 of een halve marathon.
Het startschot heeft geklonken. Daar gaan we, daar ga ik, door een dichte haag van toeschouwers.  Niet iedereen heeft evenveel haast. Dus oppassen. Zonder kleerscheuren kom ik de eerste honderden meters door. Ik vind mijn ritme en ik heb er plezier in. Hier en daar wat bekende gezichten. Een vluchtige groet links en rechts. Geen tijd voor een gezellig onderonsje. Op weg naar het bos. Daar is het een zootje; modderig, bladeren, boomstronken, takken en dan ook nog al die hardlopers. Het is en blijft een heel gedoe dat lopen. Ik verlaat het bos en 'moet' op weg naar het strand. Het loopt (nog) gesmeerd. Mijn blik wordt gevangen door een klein groepje lopers, voor mij; opvallende kleuren, blonde haren dansen op het ritme van het lopen. Ik ga er niet langs, want over een paar honderd meter moet ik omhoog. Ik wil mijn krachten bewaren voor de beklimming van het duin. De dames kakelen dat het een lieve lust is. Af en toe vang ik wat flarden op van hun gekwetter; '...gezellig gisteravond, ........geslapen ......, vroeg wakker'. Het gaat wel erg langzaam, dus ik besluit er maar voorbij te gaan. Da's nog niet zo gemakkelijk. Ze lopen naast elkaar, vullen bijna de gehele breedte van het pad. Ik wil de berm vermijden, je weet het tenslotte maar nooit. Een blessure zit in een kleine oneffenheid. Vlak voor de klim het duin op, op een kruising van fietspaden, is er ruimte. Een horde lopers perst zich langs het vrouwelijk gezelschap. Omhoog, rustig aan, niet van die grote passen en rechtop. Eenmaal boven een blik over het strand. Het is toch telkenmale een prachtig gezicht: een lang en veel kleurig lint hardlopers. Zover het oog reikt. Ik laat me naar beneden 'rollen' om vervolgens op het hardere gedeelte van het strand, samen met velen, m'n weg te vervolgen. Opluchting, en niet alleen bij mij; het strand is breed en hard genoeg om niet te hoeven ploeteren. De wind schuin achter. Na een kilometer buigen we naar rechts om even later het duin opnieuw te beklimmen. Nu geen betonplaten, slechts rul zand. Ik neem gas terug. Wandelend het duin omhoog. Het zou zich later uit betalen, heb ik wel eens gehoord. Je wordt dan wel op de proef gesteld. Aan alle kanten word je voorbij gelopen alsof je er niet staat. 'Hé meeloper, geef je er de brui aan?' Maar voor ik antwoorden kan, is hij over de top. Ik haal mijn schouders op en kom 'uitgerust' boven. Dan is het mijn beurt, het z.g. verloren terrein maak ik vrolijk fluitend weer goed en dat is een mentale opkikker.

Nynke en Esther in actie tijdens de Adventure Run
Het duinlandschap ligt er prachtig bij. Omhoog, omlaag. Ik heb er plezier in, het gaat goed. Even later welgemoed weer het strand op. Plotseling de man met de hamer, ik weet niet waar-ie vandaan komt. Nu al? Ja, nu al. Balen. De ademhaling heb ik niet meer onder controle. De benen krijg ik maar moeizaam rond. Ik matig mijn tempo. Ik probeer de moed er in te houden. De een na de ander loopt me voorbij en dat is niet goed voor mijn humeur. Ik probeer bij iemand aan te haken, maar na enkele meters moet ik dat al opgeven. Ik vraag me af waarom het niet gaat, waarom hier, waarom ik? Het kan toch niet aan de voorbereiding liggen? Ik heb mijn kilometers gemaakt in een rustig tempo. Niet meer getraind dan anders. Vanmorgen vroeg opgestaan, maar dat doe ik wel vaker en dat heeft nooit negatieve gevolgen. Normaal gegeten, genoeg water gedronken, een banaan genuttigd. Toilet bezoek afgerond. Niet te warm, noch te koud gekleed. Ik ken het parcours, ik heb de Adventure Run al veel vaker gelopen. Ik blijf maar in mijn gedachten zoeken naar de oorzaak, maar een antwoord heb ik niet. Er zit niets anders op dan proberen me er niets van aan te trekken en te proberen deze ongekend vroege inzinking te overwinnen. 

Maar...... ik blijf moeite houden om in een goed ritme te komen. Ik loop in een onregelmatig tempo, ik zwalk wat heen en weer. Ik probeer aan te haken bij een groepje, maar dat mislukt, dan op zoek naar iemand die een klein beetje sneller loopt. Mislukt. Ik verzet mijn gedachten. Ook dat mislukt. Dan hoor ik; 'hé meeloper', de onverlaat laat mij achter, terwijl hij zijn vrouwelijk gezelschap nog toevoegt: 'hij haalt ons straks wel in'. Ik weet wel beter. Vandaag zal me dat niet lukken. Gelukkig tellen de kilometers wel. We verlaten definitief het strand, een zucht van verlichting. Maar dat valt tegen, niet die zucht, maar het loopt nog steeds niet soepel. Ik moet er voor knokken. Ravitaillering. Ik neem de tijd voor water en een stuk banaan. Maar dat laatste bevalt me slecht. Ongegeneerd spuw uit wat ik niet weg krijg. Ik kom moeizaam weer op gang. Even overweeg ik te stoppen, maar hoe kom ik 'thuis'? Het tien kilometer punt, de klok geeft aan 57 minuten. Dat geeft de burger toch weer wat moed. Maar dat duurt al met al nog geen kilometer. Ik vrees wat komen gaat, dat is geestdodend. Die vermaledijde polder, met in de verte de dijk. Vooral als je helemaal alleen loopt, zoals me dat vaker is overkomen op het traject vanaf zo'n kilometer of elf. Een scherpe bocht naar links, een handje vol toeschouwers en een politie auto. 'Zal ik ......?' Neen, ik ga door. Een paar honderd meter verder: 'zal ik terug en alsnog .......?'

Vlak voor de start nog even een op de foto
Terwijl ik daarover nadenk en ik inloop op een tweetal 'voel' ik in mijn kielzog dat er een, mogelijk meerdere lopers, zich achter mij nestelen. Zou hij of zij/zouden zij ook zoveel pijn lijden? Zonder dat we ook maar een woord met elkaar wisselen lopen we even later met elkaar verder. Is dit leuk? Een omgeving die me op dit moment niet boeit, een gezelschap dat zwijgt en blijkbaar geen enkele binding heeft met elkaar, behalve dan dat ze lopen op weg naar een finish, het weer dat niet erg aangenaam is en tot overmaat van ramp ook nog een stelletje atleten dat ons al pratende inhaalt met een jaloers makende snelheid. Neen, dan is het niet meer leuk. Dan ben je aan jezelf overgeleverd. Stoppen kun je niet, want je bevindt je van God en alleman verlaten op vele kilometers van de bewoonde wereld. Als je gaat wandelen, krijg je het koud en duurt het nog heel lang voor je 'thuis' bent. Een telefoon heb je niet bij je. Er zit niets anders op dan doorgaan. En ik ga door in 'afwachting' van en volgende grote inzinking. Ik besluit om mijn groepsgenoten maar eens nader te observeren, misschien helpt dat. Naast mij loopt een man van een jaar of veertig naar ik schat. Hij schokschoudert, kijkt strak voor zich uit, de mond half open. Hij balt zijn vuisten. Hij zet zijn voeten niet bepaald zachtzinnig neer. Daarvoor loopt man in een geel shirt. Hij heeft een kale kop. Geen muts op. Hij loopt redelijk soepel. Zet zijn voeten schuin naar voren neer; zijn linker op vijf voor en zijn rechter op vijf over twaalf. Naast hem loopt een jonge vrouw. Donkerblond, het haar in een knoet samen gebonden. Een turquoise shirt. Ze is slank en loopt licht. Met enige bewondering kijk ik naar haar soepele voortgang. Eerlijk is eerlijk, ik moet het bekennen, mijn humeur klaart op. Achter mij lopen twee vrouwen. Ik laat me afzakken en in hun kielzog ziet de wereld er toch heel wat zonniger uit. Ik kijk verder om mij heen. In de verte het silhouet van het dorp Buren, een enkele boerderij in het overwegend lege landschap. Wat schapen in de verte, meeuwen spelen hoog boven in de lucht met de wind. Hier en daar een groepje bomen, kaal en grauw afstekend tegen de grijze lucht. Als ik me niet vergis een grote groep ganzen in de verte. Foeragerend. Ik betrap me erop dat ik het mooi begin te vinden. Ik denk niet meer aan het eventuele naderende onheil van een inzinking. Ik begin er weer wat plezier in te krijgen. M'n ademhaling wordt wat regelmatiger, het hart slaat me niet meer in de keel, mijn benen voelen niet zo zwaar, ik recht het lichaam en tover een glimlach op mijn gezicht. In een waas loop ik voort. Buren. Ze staan er weer. Het glas in de hand. Ze roepen dat het niet ver meer is en nemen een slok. Ik moet het met een bekertje water doen. Bevochtig mijn lippen en werp het half volle bekertje op de grond. Naar rechts en weer naar links. Bordje 19 km, dus nog twee kilometer te gaan. Het is nog net geen martelgang. Zo te zien ben ik niet de enige. Er zijn er die wandelen. Dan dringen flarden van de speaker tot mij door. Een paar fietsers komen mij tegemoet. Steeds meer mensen, wandelaars, honden uitlaters, een enkeling in afwachting van een bekende, fototoestel in de aanslag. Ik ben blij met zoveel afleiding. Nog een kilometer te gaan. Ik zet mijn beste beentje voor, in de hoop dat 'men' niet ziet dat ik het zwaar heb. Dan de laatste bocht. Met opgeheven hoofd, een glimlach op het gelaat en met een zucht van ver- en opluchting 'ren' ik over de finish. Ik hijg uit, hangend over het hek. Ik krijg een pakketje plastic aangereikt. Het lukt me niet een opening te vinden. Een vrouw ziet mijn worsteling, pakt het pakketje uit mijn handen en reikt mij een geopende poncho aan. Ik ben haar dankbaar. Water. Dat doet een mens goed. Zo ook het bekertje bouillon. Een nieuw shirt kan ik toevoegen aan de verzameling. En dan loop ik alsof er niets aan de hand is naar de sporthal voor de koude douche.

Meeloper